Coaching in de studententijd

"Studenten moeten als ze de universiteit verlaten voor een stuk hun toekomstige zelf op het spoor zijn gekomen". Met deze uitspraak verwoordt de Rector Magnificus van de Universiteit Leuven precies wat dit boek wil.

Onderwerpen waar iedere student mee te maken krijgt worden hier beschreven, zoals de relatie tot ouders, leren alleen te kunnen zijn, het ontdekken van het eigen zelf tegenover imitatiegedrag, het vormgeven van intiem contact. Er is ruim aandacht voor steeds vaker voorkomende vragen naar zingeving, ook voor niet-westerse studenten. Tenslotte is er een hoofdstuk gewijd aan het oplossen van studeerproblemen met een psychologische achtergrond.

Studieadviseurs, decanen, docenten, studentenpsychologen en coaches vinden in dit boek aanwijzingen hoe met studenten die hulp vragen om te gaan. Nadruk ligt op korte behandelmethodes met behoud van de diepte die een intelligente student vraagt. Voorbeelden en gespreksfragmenten illustreren de tekst. Het geheim van heling ligt vooral in de houding waarmee met studenten wordt gesproken. Ook voor studenten zelf geeft het lezen van dit boek inzicht in hun eigen leven en de moeilijkheden die zij moeten overwinnen.

Bestuurders en media spraken de afgelopen decennia vooral in termen als ´financiering, tempobeurs en fusie´. Zij spreken noodzakelijkerwijs over de normstudent, die eigenlijk niet bestaat. In dit boek zien we het gezicht van de individuele student en wat hij of zij nodig heeft voor de eigen vorming. Door protesten tegen het rendementsdenken ontstaat er weer ruimte voor het oude ideaal van persoonlijke ontwikkeling en vorming. Een reeks argumenten wordt gegeven om die vorming niet te minimaliseren of uit te besteden, want zij behoort tot het wezen van kennisverwerving.